Digital ethics: de morele wensen en grenzen van digitalisering

Kyden
door Kyden
4 min leestijd
augustus 23

Digitalisering is overal. En we kunnen niet meer zonder. Welke ethische vraagstukken brengt dat mee, en hoe gaat de advocatuur daarmee om? Een interview met Ruben Alderse Baas, als advocaat werkzaam in het toezicht op de advocatuur en trainer van de module Ethiek in het digitale domein.

 

Wat is het belang van ethiek in het digitale domein?

“Het digitale domein maakt op een fundamentele wijze onderdeel uit van onze omgeving, zowel professioneel als privé. Digitale middelen zijn zo verweven met ons hele leven, dat we er afhankelijk van zijn geworden. Dit leidt tot een natuurlijke behoefte om ook in het digitale domein morele wensen en grenzen te bepalen.”


Welke ontwikkelingen zijn er op het gebied van digitalisering en ethiek?

“De digitale wereld brengt ons natuurlijk heel veel goeds. Door digitalisering hebben we bijvoorbeeld de mogelijkheid om duizenden stukken in korte tijd te doorzoeken. Dat helpt advocaten die de zaak van hun cliënt bepleiten, of journalisten die door terabytes aan informatie grasduinen om financiële wantoestanden van gezaghebbende volksvertegenwoordigers wereldwijd aan de kaak te stellen. Digitalisering brengt daarmee transparantie.

Maar de middelen waarmee de Robin Hoods van de digitale wereld zich bedienen, kunnen ook worden ingezet door personen of instellingen met minder goede bedoelingen. Je staat er niet (vaak) bij stil dat je telefoon - ook bij ‘onschuldig gebruik’ - een heel profiel van je maakt op basis van de digitale gesprekken die je voert – bijvoorbeeld via Messenger of WhatsApp –, de foto’s die je maakt en de websites die je bezoekt. In de afgelopen maanden zagen we in Oekraïne, relatief dichtbij, dat mensen die op de vlucht waren hun mobiele telefoon bij controleposten moesten laten inspecteren op om eventuele uitingen ideologische sympathieën op te sporen. Wat dat betreft zat George Orwell er bijna 80 jaar geleden niet heel ver naast met zijn beklemmende Animal Farm.”

 

Bij welke aspecten van het werk van een advocaat zijn digital ethics van belang?

“Advocaten moeten zich bewust zijn van de twee kanten van de medaille van de digitale ontwikkelingen. Inmiddels is zelfs de grootste conservatieveling in onze beroepsgroep in staat om elektronisch te communiceren. Early adopters zien groot potentieel in de - theoretisch oneindige - kunstmatige denkkracht van de digitale techniek. Ik kan het niet laten om advocaten te blijven wijzen op de unieke positie van de advocatuur met zijn privileges. Die privileges, zoals het recht om te zwijgen en het procesmonopolie in veel zaken, brengen vanzelfsprekend ook verplichtingen mee. Eén van die verplichtingen is het hooghouden van het aanzien van de beroepsgroep. Een datalek waardoor informatie van je cliënt en de door jou gehanteerde processtrategie op tafel komt te liggen, schaadt uiteraard het belang van je cliënt, dat van jou als advocaat en je kantoor, maar vooral ook het vertrouwen dat er in de advocatuur moet zijn in een gezonde rechtsstaat.

De overheid heeft al meerdere malen laten zien het niet zo nauw te nemen met de bescherming van de vertrouwelijkheid, getuige de vele ‘foutjes’ bij het ‘abusievelijk’ tappen van telefoongesprekken van advocaten met hun cliënten. Nota bene in strafzaken waarin de overheid zelf partij is en een belang heeft. Advocaten moeten zich dan ook bewust zijn van de risico’s van de middelen waarvan zij zich bedienen.

Dat begint met awareness als een uiting van ethisch besef. Het valt inmiddels niet meer uit te leggen, en is ethisch ook niet meer verantwoord, dat je als advocaat zegt geen verstand te hebben van IT. Je móet je verdiepen in de middelen waarvan je je bedient, om in ieder geval een risico-inschatting te kunnen maken ten aanzien van het gebruik ervan in het belang van je cliënt en het aanzien van je beroepsgroep. Wat betreft digitaal bewustzijn heeft de advocatuur nog veel te leren. Het moet niet langer ‘cool’ zijn om geen verstand van IT te hebben. We kunnen in dat opzicht een voorbeeld nemen aan andere samenlevingen, waar je als technisch geschoolde geen ‘nerd’ bent, maar juist aanzien geniet.”


Wat is in het kader van digitalisering de grootste ethische valkuil voor advocaten?

“De grootste valkuil voor advocaten is zelfoverschatting, en onderschatting van de benodigde technische vaardigheden om veilig en verantwoord met je privileges om te gaan. Een mooi voorbeeld vind ik dat advocaten in groter verband geneigd zijn dit soort zaken op te lossen met het inrichten van ‘afdelingen’ op een kantoor. De IT-afdeling moet er dan voor zorgen dat we geen risico lopen. ‘Compliance’ is ook al tijdje helemaal hot: dat doet ook een ‘afdeling’ met een ‘compliance officer’.En de ‘big four’ in de accountancy trekken inmiddels afdelingen vol ‘ethici’, vaak filosofen, in om de vragen uit te diepen die de opmars van artificiële intelligentie meebrengen.


Grotere advocatenkantoren zijn geneigd dat soort taken ergens anders in de organisatie te beleggen, zodat de advocaat zich vooral kunt focussen op diens specialisme. Het gevaar dat hierin schuilt is dat je als advocaat de vereiste vaardigheden zélf niet eigen maakt. Terwijl jij als advocaat verantwoordelijk bent voor de wijze waarop je met je privileges om gaat. Veilig en verantwoord werken conform de kernwaarden vereist de nodige deskundigheid. Niet alleen van het rechtsgebied waarin je werkt, maar ook ten opzichte van het gereedschap waarvan je je bedient. Het is een term die al weer wat jaren uit de mode lijkt, maar ik geloof in dat opzicht heel erg in de ‘T-shaped lawyer’.”


Wat gaat al goed?

“We zijn al erg ver in de adoptie van informatietechnologie in het werk van advocaten. Hierdoor kan met veel minder menselijke inspanning veel sneller inzicht verkregen worden in vergelijkbare situaties, waardoor rechtsvergelijkend onderzoek in kwaliteit en kwantiteit toeneemt. Rechtszoekenden weten daardoor sneller en beter waar ze aan toe zijn. Transparantie en toegang tot recht zijn in dat opzicht toegenomen.”

 

Wat is de rol van digital ethics in de toekomst?

“We zullen meer en meer aan de slag moeten met de vraag wie eigenaar is van data. En ook wie de toegankelijkheid van data organiseert. En we zullen ons moeten verdiepen in de vaardigheden om manipulatie van data en systemen te herkennen. Dat vergt een intrinsiek bewustzijn van IT, de mogelijkheden en risico’s ervan.”