Kyden blog

De valkuil van ‘gewoon proberen’ en wat slimme leiders anders doen

Geschreven door Leon Bosma | oktober 25

De illusie van ‘zomaar proberen’

“We moeten gewoon meer experimenteren. Breed inzetten. Dan komt er vast wel iets uit.” Het klinkt lekker ondernemend. Maar de praktijk is vaker weerbarstig. Het resultaat? Drie PowerPoints, vijf pilots en een managementteam dat niet veel wijzer is dan toen ze begonnen.

Wat slimme leiders weten, is dat groei zelden het gevolg is van een toevalstreffer. Niet méér ideeën, maar betere keuzes. Ik gebruik daarvoor graag de drieslag: Focus, Ignite, Accelerate. Het klinkt als managementtaal (en dat is het ook wel), maar het helpt wel structuur te brengen. Laat me uitleggen hoe.

 

Focus: Waar wil je winnen?

Je kunt niet overal goed in zijn. Punt. De kunst is om loepzuiver te kiezen: wáár wil je en kun je ook geloofwaardig winnen? Een verzekeraar waar ik mee werkte haalde het overgrote deel van de omzet uit één productcategorie: hun kern. Toen zij wilden groeien, zochten we naar kansen die dichtbij genoeg lagen om kansrijk te zijn. Geen sprong naar crypto-verzekeringen of metaverse-polissen, maar uitbreidingen die aansloten bij hun bestaande kracht.

Bij het in kaart brengen van kansen keken we naar drie dimensies, vanuit het idee dat je zo kansrijkheid en relevantie van ideeën optimaliseert.

  1. Afstand tot de kern: hoe sterk sluit het idee aan bij de bestaande klanten, producten, markten, technologie of kanalen? Hoe dichter het bij de kern ligt, hoe beter je gebruik kunt maken van de kracht die er al is – en hoe groter de kans dat het initiatief tractie krijgt.
  2. Afstand tot succes: Hier gaat het om de vraag hoe snel en overtuigend een idee waarde kan opleveren. Factoren die dit bepalen zijn bijvoorbeeld de omvang en groei van de markt, de tijd die nodig is tot de eerste omzet, de kracht en positie van concurrenten, de investeringen en kennis die nodig zijn en de impact op de huidige business. Initiatieven die aansluiten bij bestaande producten en markten hebben vaak een kortere weg naar aantoonbaar succes dan initiatieven die grote investeringen of een compleet nieuwe aanpak vragen.
  3. Toekomstbestendigheid: Hoe stevig staat dit idee in de komende vijf à tien jaar? Past het bij maatschappelijke ontwikkelingen en draagt het bij aan de veerkracht van de organisatie? Zie het als een stresstest: blijft het overeind als de spelregels morgen veranderen?

Slimme leiders stellen dus vragen als:

  • Wat is onze kernbusiness en wat niet?
  • Hoe groot is de afstand van dit idee tot onze kern qua klanten, product, markt of technologie en hoe groot is de afstand tot succes?
  • Hoe draagt dit bij aan onze toekomstbestendigheid?

Ignite: Hoe maken we de strategie levend?

Te vaak is PowerPoint de begraafplaats van strategie. Mooie bulletpoints, keurig uitgelijnd, en daarna… stilte. Slimme leiders pakken het anders aan: die brengen plannen tot leven.

Dat begint met iets dat je kunt zien, aanraken of testen. Een prototype. Een pilot. Bij een van onze klanten was dit letterlijk een kartonnen doos met een sticker erop. Het hielp mensen te begrijpen hoe het zou kunnen werken. Zodra mensen ergens naar kunnen wijzen, gebeurt er iets. Klanten reageren. Teams leren. En voor je het weet, begint het te bewegen.

Onderdeel daarin van het succes is om ideeën niet te laten verdampen, maar ze écht tot uitvoering te brengen. Heldere afspraken, korte feedbackloops, iedereen weet waar hij of zij op aangesproken wordt. Dat klinkt saai, maar het geeft jusit energie. Omdat mensen voelen dat hun werk verschil maakt.

Slimme leiders stellen dus vragen als:

  • Welke aannames willen ik als eerste testen en hoe doen ik dat zo snel mogelijk?
  • Hoe krijg ik binnen twee weken feedback van klanten?
  • Waar kan ik het resultaat & voortgang zichtbaar maken zodat de organisatie erover praat en van leert?

Accelerate: Hoe schalen we bewezen waarde?

Wanneer een idee zich in de praktijk heeft bewezen, komt het moment om te versnellen. Accelerate gaat over het vertalen van succesvolle pilots naar modellen die je kunt herhalen en opschalen: nieuwe serviceconcepten, digitale proposities of formats die breed inzetbaar zijn.

Decathlon snapt dit ook goed. Als zij een circulair businessmodel willen proberen, doen ze dat niet meteen in twintig landen. Nee, gewoon in één winkel. Soms zelfs met één product. Is het een hit? Dan groter maken. Valt het tegen? Dan willen ze begrijpen waarom en kijken of het beter kan.

Dat vraagt om een organisatie die klaar is voor groei. Processen die meebewegen, systemen die de schaal aankunnen en teams die de capaciteit hebben om uit te breiden. Structuur en duidelijke afspraken helpen om resultaten vast te houden en verder te vergroten, zonder dat de energie verloren gaat.

De juiste volgorde is daarbij essentieel. Eerst leren en valideren, daarna pas opschalen. Door te wachten tot initiatieven hun waarde hebben bewezen, voorkom je dat er te vroeg in systemen of governance wordt geïnvesteerd. Zo groeit de impact stapsgewijs mee met de organisatie.

Slimme leiders stellen dus vragen als:

  • Welke initiatieven hebben hun waarde bewezen en verdienen opschaling?
  • Welke randvoorwaarden zijn nodig om versnelling mogelijk te maken?
  • Hoe zorgen we dat elke groeistap past bij onze kern en strategie?

Groei als discipline en ideeën voor toepassing

Wat ik de afgelopen jaren heb geleerd: groei is geen toevallige uitkomst, maar een discipline. De drieslag Focus – Ignite – Accelerate helpt mij daar elke dag bij. Mijn uitnodiging: kijk vandaag nog in je organisatie. Waar ligt voor jullie de meeste ruimte? In het scherper kiezen waar je wilt winnen, in het sneller tot leven brengen van ideeën, of in het groot maken van bewezen successen?